|
|
|
In deze nieuwsbrief beantwoorden we vragen die collega’s na de medewerkersbijeenkomst op 9 maart aan de stuurgroep stelden. Een aantal vragen ging over het voortbestaan van de kleine locaties, maar er waren ook vragen over bijvoorbeeld gewetensbezwaardheid en de rol van de Rekenkamer. Alle vragen zijn geanonimiseerd en waar nodig ietwat veralgemeniseerd om op die manier ook aan de informatiebehoefte van een bredere doelgroep recht te doen. Voor alle collega’s die een vraag hebben ingediend: dankjewel, jullie bewijzen iedereen daar een dienst mee.
Mocht je na het lezen van deze nieuwsbrief nieuwe vragen hebben, stel ze gerust. Je kunt ze mailen naar samenwerkingoost@achterhoekvo.nl of stellen aan je rector/directeur.
Met vriendelijke groet, Maria van Hattum Nicole Bremmer Sjef Lommen Wilma van Velden |
|
|
|
 |
|
|
|
Vraag Het beleid om met drie scholen te gaan samenwerken is ingezet met het oog op de komende krimp. Nu blijkt dat de Achterhoek veel minder krimpt dan verwacht. In tegenstelling tot het beeld dat Henk van Esch enkele jaren geleden schetste, is de huidige verwachting dat de krimp geen 30% bedraagt, maar voor Aalten slechts 5-10% en voor Winterswijk 0%. Deze verwachting geldt tot 2035. Dit zou betekenen dat het beleid achterhaald is door de huidige cijfers. Wordt hier rekening mee gehouden?
Antwoord De meest recente prognoses (2020), die specifiek voor de Oost-Achterhoek gemaakt zijn door prognosebureau MOOZ, laten een onverminderd grote krimp zien: meer dan 30 procent leerlingendaling in de periode tot 2030. Deze prognoses zijn gemaakt op basis van CBS-gegevens en stroken met de praktijk tot nu toe: we hebben steeds minder leerlingen.
Soms horen we geluiden over een grote trek van het westen naar de Achterhoek en mogelijke ‘groeiambities’ van verschillende gemeenten. De meest actuele cijfers/prognoses én de praktijk onderbouwen deze geluiden niet: er is geen groei te zien en te verwachten in het funderend onderwijs. Natuurlijk kunnen we niet uitsluiten dat er op termijn meer jonge gezinnen naar de Achterhoek komen; evenmin kunnen we uitsluiten dat de daling forser wordt dan geprognosticeerd. We kijken vooral naar de trend en die is niet gekeerd, maar wordt juist keer op keer bevestigd.
Het mogelijk aantrekken van meer jonge gezinnen verandert overigens niets wezenlijks aan de leerlingendaling. Zo lang het geboortecijfer – zoals nu het geval is – ruim onder 2 blijft, blijft het aantal leerlingen dalen. Het behouden van het aantal leerlingen dat we nu hebben, is daarom erg onwaarschijnlijk. |
|
|
|
 |
|
|
|
Aandacht voor kleine locaties
|
|
|
|
|
|
|
Vraag Tijdens de medewerkersbijeenkomst werd aangegeven dat het belangrijk is om iets te zeggen over de kleine locaties (in ons geval de locatie Dinxperlo). De boodschap over het onderzoek en dat er in mei duidelijkheid komt, was voor veel collega’s nieuw en vervolgens ging het in onze beleving meteen daarna over een ander onderwerp. Is het een bewuste keuze geweest om dit zo te doen?
Antwoord Het was zeker niet onze intentie om een belangrijk onderwerp als de positie van de kleine scholen even snel af te doen. En het was al helemaal niet de bedoeling om dat als strategie zo te hanteren. We weten dat de uitkomst van belang is voor de medewerkers van die vestigingen. Tegelijk hadden we er nu nog geen uitgebreide extra informatie over. Als we meer helderheid hebben, zullen we dat persoonlijk met de medewerkers van de kleine locaties delen.
Dat de positie van de kleine locaties van Schaersvoorde in het geding is, is op zich niet nieuw: ook tijdens de kickoff-bijeenkomsten en in het verleden is de toekomst van de kleine locaties onderwerp van gesprek geweest. De krimp heeft gevolgen voor alle scholen en zeker ook voor kleine locaties.
Ons samenwerkingsproces is urgent. Het belangrijkste is dat het onderwijs voor leerlingen breed, divers en van een hoge kwaliteit moet zijn en het liefst zo thuisnabij mogelijk. Krimp grijpt op al deze elementen in. Per domein heeft de stuurgroep één (of meerdere) scenario’s ontwikkeld. Afgesproken is dat er in ieder geval een instroompunt in Winterswijk en Aalten zal zijn. Onderzoek door de Rekenkamer moet aantonen of we meer instroompunten duurzaam in de lucht kunnen houden.
Op 9 maart hebben we geschetst welke scenario’s worden onderzocht. Pas als we meer gegevens hebben, kunnen we vertellen wat het perspectief van de kleine locaties is. |
|
|
|
 |
|
|
|
Voortbestaan van Schaersvoorde-locatie in Winterswijk
|
|
|
|
|
|
|
Vraag Tijdens de medewerkersbijeenkomst vertelde Maria dat in mei wordt besloten of de vestiging Winterswijk al dan niet open blijft. Daar zijn we van geschrokken. We begrijpen dat er naar allerlei cijfers wordt gekeken, maar een school is meer dan alleen cijfers. Het gaat om leerlingen, om ouders, om keuzes en onderwijskwaliteit. Kan de stuurgroep vertellen welke factoren, behalve de financiële motivatie, nog meer meespelen bij de beslissing?
Antwoord Een school is meer dan cijfers: die opvatting wordt door de stuurgroep volledig gedeeld. Onze gezamenlijke opdracht is om een betaalbaar, maar ook dekkend en breed onderwijsaanbod voor de regio te behouden dat van goede kwaliteit is en zo thuisnabij mogelijk. Dit kunnen we realiseren door tijdig, goed, slim en duurzaam met elkaar samen te werken.
Samenwerken biedt overigens niet alleen de kans om het goede onderwijs in de regio te bestendigen, maar ook om het onderwijs te vernieuwen en te verrijken. Daarbij willen we recht doen aan de elementen die door betrokkenen (collega’s, po-scholen, ouders, maatschappelijke partners en gemeenteraden) in de verschillende gesprekken aan de stuurgroep zijn meegegeven. Tijdens de presentatie lieten we zien wat we willen behouden en op welke onderdelen we het onderwijsaanbod willen verrijken en vernieuwen. We zetten ze nog even op een rij:
We willen de kracht van het huidige onderwijs behouden door: |
|
|
|
|
|
|
- een breed aanbod in de regio
- kleinschalig georganiseerd onderwijs
- een goed contact tussen school, leerling en ouders
- thuisnabij onderwijs, zeker voor de jongere leerlingen
- regionale inbedding van de scholen
- goede contacten met het bedrijfsleven
- aandacht voor de techniek
|
|
|
|
|
|
|
We zien kansen op vernieuwen en verrijken van het onderwijs door het: |
|
|
|
|
|
|
- leveren van maatwerk en extra modulair aanbod
- bieden van medeverantwoordelijkheid en keuzemogelijkheden
- zorgdragen voor kwetsbare leerlingen
- mogelijk maken van doorstromen of overstappen
- samenwerken met bedrijfsleven / ondernemerschap
- intensief contact onderhouden met maatschappelijke partners
|
|
|
|
|
|
|
Onze insteek is dus om – met de beschikbare middelen – zodanige keuzes te maken dat we in de regio goed onderwijs kunnen bieden en een zo breed mogelijk aanbod kunnen realiseren. In dat kader rekenen we door wat de levensvatbaarheid is van de kleine locaties. Naast financiën kijken we dan ook naar de kwaliteit die en het aanbod dat we kunnen bieden. Ook wordt gekeken naar de effecten op het totale onderwijsaanbod in de regio. Kortom, we nemen tal van factoren mee – betaalbaarheid is er één van – en bekijken alles in samenhang. |
|
|
|
|
|
|
Onderzoek naar de locatie Dinxperlo
|
|
|
|
|
|
|
Vraag Op basis van de eerste bijeenkomst over de samenwerking binnen de Oost-Achterhoek bestond bij medewerkers van de locatie Dinxperlo de indruk dat het onderzoek naar hun locatie pas op termijn zou plaatsvinden. Zij vragen zich het volgende af:
|
|
|
|
|
|
|
- Waarom wordt dit onderzoek op dit moment ingezet? Is er een aanleiding om dit onderzoek te vervroegen?
- Wat wordt de onderzoeksvraag?
- Wie gaan dit onderzoek uitvoeren?
- Wat wordt er gedaan met de uitkomsten van het onderzoek?
- Hoe worden wij als medewerkers van de locaties Dinxperlo betrokken bij dit onderzoek en de uitkomsten?
- Mocht een van de uitkomsten zijn dat de locatie Dinxperlo moet sluiten, per wanneer zou dit dan gaan gebeuren?
|
|
|
|
|
|
|
Antwoord Het onderzoek is niet vervroegd en ook niet vertraagd. De stuurgroep heeft niet eerder aangegeven wanneer een onderzoek precies zou plaatsvinden, maar we zijn er in het proces nu aan toe.
Alle scenario’s die door de stuurgroep zijn opgesteld, ook die betrekking hebben op de kleine locaties, worden door de Rekenkamer doorgerekend. De vraag voor de kleine locaties is of deze locaties met een dalend aantal leerlingen, binnen de financiële mogelijkheden die er zijn, breed en divers onderwijsaanbod kunnen blijven verzorgen.
De Rekenkamer wordt geleid door Anne de Visch Eybergen (bestuurder Achterhoek VO). Leden van de Rekenkamer zijn: Dafne Freriks (Schaersvoorde), Rolinka Schipper (Gerrit Komrij College), Holmer Bruggink (financieel beleidsmedewerker Schaersvoorde en GKC) en Pieter van Vemde (extern, financieel deskundige).
De Rekenkamer kijkt integraal naar de scenario’s die door de stuurgroep zijn opgesteld. Financiën, organiseerbaarheid en uitvoerbaarheid zijn aspecten waarop de scenario’s worden getoetst. Na toetsing presenteert de Rekenkamer de uitkomsten van het onderzoek aan de stuurgroep. De stuurgroep neemt, op grond van alle informatie die beschikbaar is, per domein (H/V, VMBO en onderbouw) een standpunt in met betrekking tot de haalbaarheid en wenselijkheid van een scenario. Uiteraard zal dit standpunt met alle medewerkers worden gecommuniceerd, waarbij aandacht zal worden besteed aan de redenen waarom voor een bepaald scenario wel wordt gekozen en waarom andere scenario’s niet haalbaar dan wel wenselijk zijn. De medewerkersbijeenkomst waarin de scenario’s worden gepresenteerd, zal plaatsvinden medio mei. |
|
|
|
 |
|
|
|
Wel of geen kleinschaligheid op grote locaties
|
|
|
|
|
|
|
Vraag Er werd tijdens de medewerkersbijeenkomst gezegd dat ook op grote locaties sprake is van kleinschaligheid. Maar collega’s hebben de ervaring dat er op het gebied van kleinschaligheid juist verschillen zitten tussen de kleinere en grotere locaties: op beide locaties kan niet precies hetzelfde geboden worden. Hoe is de stuurgroep tot de conclusie gekomen dat kleinschaligheid ook binnen een grote school bestaat?
Antwoord Op het gebied van kleinschaligheid zijn zeker verschillen tussen de diverse locaties. Onze opmerking tijdens de livestream was gebaseerd op inbreng van verschillende ouders die hun kind op een grotere locatie hebben binnen onze regio. Zij gaven aan dat zij hier ook kleinschaligheid ervaren. Natuurlijk hebben we daarop doorgevraagd: wat bedoelen jullie daarmee? Ouders geven dan aan dat hun kind de grotere locatie als een vertrouwde plek ervaart, dat de docenten hun kind goed kent en dat zij merken aan de contacten met de docenten dat hun kind wordt gezien. Dat ervaren ze als kleinschalig onderwijs. |
|
|
|
 |
|
|
|
Mogelijk verlies van leerlingen aan het Almende College
|
|
|
|
|
|
|
Vraag Voor Schaersvoorde is er in Dinxperlo en Aalten sprake van een overlap van het voedingsgebied met het Almende College. Stel dat er gekozen wordt om de locatie Dinxperlo te sluiten, dan is het de vraag of de leerlingen die eerst naar de locatie Dinxperlo zouden komen alsnog kiezen voor Schaersvoorde of naar het Almende College gaan. Dit heeft natuurlijk ook gevolgen voor het aantal leerlingen binnen de Oost-Achterhoek. Vragen die bij medewerkers leven, zijn:
|
|
|
|
|
|
|
- In hoeverre is het Almende College betrokken bij de ontwikkelingen van de samenwerking binnen de Oost-Achterhoek?
- Wordt er rekening gehouden met de gevolgen voor het aantal leerlingen binnen de Oost-Achterhoek als er locaties gesloten worden?
|
|
|
|
|
|
|
Antwoord We weten dat er overlap is tussen de voedingsgebieden van Schaersvoorde en het Almende College. De Rekenkamer betrekt de leerlingenstromen bij het doorrekenen van de verschillende scenario’s. Daarbij is uiteraard aan de orde wat het effect van een locatiesluiting zou zijn op de schoolkeuze van leerlingen. |
|
|
|
|
|
|
Samenwerken via het online leerplatform Moodle
|
|
|
|
|
|
|
Vraag Een groep docenten van het Gerrit Komrij College, Schaersvoorde en het Metzo College is sinds enkele weken enthousiast begonnen met het uitwisselen van lesmateriaal in een proefomgeving van het online leerplatform Moodle. Het initiatief richt zich vooralsnog op het uitwisselen van lesmateriaal voor het vak techniek in de onderbouw, robotica en 3D-tekenen. Het platform leent zich ook voor bijscholingsactiviteiten. Met het oog op de op handen zijnde samenwerking tussen de drie scholen is de vraag of er interesse is om te onderzoeken of breed gebruik van dit platform levensvatbaar is.
Antwoord Allereerst: wat een prachtig initiatief om de samenwerking met elkaar te zoeken. Voor wat betreft de samenwerking binnen de Oost-Achterhoek focust de stuurgroep zich allereerst op samenwerkingsscenario’s voor de verschillende deelterreinen, namelijk: |
|
|
|
|
|
|
- bovenbouw h/v
- de onderbouw
- het vmbo
- passend onderwijs
- OOP/bedrijfsvoering.
|
|
|
|
|
|
|
Het intensiveren van de samenwerking zal komende jaren zeker op de agenda staan en een voorstel om een online leerplatform in te richten bespreken we dan graag. We hopen dat het geduld nog even op te brengen is. |
|
|
|
 |
|
|
|
Vraag Bij de totstandkoming van onze huidige stichting is door de GMR van de ‘Orchidee scholengroep voor openbaar onderwijs’ met het huidige bestuur overeengekomen dat zittende personeelsleden de gelegenheid kregen om te laten registreren dat zij het niet op prijs stellen om - per ingangsdatum van de nieuwe stichting - te werken of mogelijk in de toekomst te werken op een school van andere denominatie.
Een soortgelijke mogelijkheid is geboden aan medewerkers van de beoogde samenwerkingspartner die voorheen een aanstelling bij COVOA hadden.
Zou u kunnen aangeven hoeveel verklaringen in totaal zijn geregistreerd bij de scholen die betrokken zijn bij het samenwerkingsproces?
Antwoord Op 1 januari 2011 is Achterhoek VO ontstaan uit een fusie tussen de stichtingen COVOA en Orchidee Scholengroep. Medewerkers die toen (al) in dienst waren, konden formeel aangeven of ze ‘gewetensbezwaard’ waren om te werken op een openbare of juist een confessionele school.
Medewerkers die vanaf 1 januari 2011 direct in dienst zijn gekomen bij Achterhoek VO kunnen niet formeel gewetensbezwaard zijn. Het kiezen voor een dienstverband bij een samenwerkingsstichting betekent dat je bereid bent om op zowel openbare als confessionele scholen te werken.
Er zijn op dit moment nog 24 medewerkers werkzaam op Schaersvoorde, Pronova of het Gerrit Komrij College die zich destijds hebben geregistreerd als gewetensbezwaard. Deze geregistreerde wens wordt per definitie gerespecteerd.
De geregistreerde gewetensbezwaardheid geldt overigens in geval van verplichte mobiliteit. Daarvan is geen sprake bij samenwerking tussen de drie scholen, zeker niet op grote schaal. Het beleid van Achterhoek VO is om bij verplichte mobiliteit altijd in gesprek te gaan met de betreffende medewerker om te komen tot een passende oplossing. Daarbij gaat het dus om individuele gevallen en maatwerk.
|
|
|
|
 |
|
|
|
Gezamenlijk bijwonen van medewerkersbijeenkomsten
|
|
|
|
|
|
|
Vraag Voor de volgende medewerkersbijeenkomst lijkt het ons prettig om als team bij elkaar te kunnen zitten met inachtneming van de richtlijnen rondom corona. We zijn een hecht team en dan is het prettig om dergelijk nieuws samen te horen en er samen over te kunnen praten. Kan er gekeken worden naar mogelijkheden om dit te realiseren?
Antwoord De komende tijd gaan we nadenken over de wijze waarop we iedereen in de volgende ronde informeren en betrekken. We zullen jullie wens daarbij zeker meenemen. |
|
|
|
|